Mijn Limburgse liefde is een organisch natuurfenomeen, zoiets dat ik in mijn hele leven nog niet had meegemaakt. Je hebt liefde en liefde en het ene verliefd zijn is niet het andere en dat kan ik na 50 jaar wel stellen, maar hier kan je lezen hoe dit wonder ook al weer is ontstaan tegen alle verwachtingen en zin in. Stapelverliefd zijn is een zegen maar ook een vloek die je ergste vijand niet toewenst. Ik voel me gegijzeld als door een lek geprikte voodoopop die word meegesleurd door een F5 tornado van overweldigende gevoelens die door geen enkele gedachte getemd kan worden. Elke goedbedoelde en verstandige advies van vrienden en familie ten spijt, elke splinter rationaliteit is vervlogen en je laat je meevoeren door de golf van het moment. Elke rationele beslissing lijkt onmogelijk om je daar aan te houden en uit te voeren, dat zit niet meer in het keuze pakket en geen optie meer om uit te kiezen. Ik heb met heel mijn lichaam en geest aan haar overgeleverd en doe er alles aan om iets van haar te lezen, zien, horen en vooral bij haar te zijn. Haar ogen, stem, glimlach en lichaam hebben een onweerstaanbare magnetische kracht op me waar ik niet van kan afblijven. Mijn hand gaat van zelf naar die van haar, mijn arm tegen die van haar, haar huid en geur, net of mijn lichaam in die van haar wil kruipen en versmelten.
Soms zo erg dat het mij beangstig. Dat stapelverliefd gevoel is soms zo lekker dat je werkelijk op wolken loopt en je constante honger hebt zonder trek te hebben in eten, een enkele fotografische gedachte aan haar doet me voelen als of je met een vliegtuig door een luchtzak vliegt, tot vervelens toe en tegen de misselijkheid aan. Je staat er mee op en je gaat er mee slapen, tot het diepe angst inboezemend om haar kwijt te raken om wat voor rede dan ook, als er maar niets gebeurd, afstand en zo, de machteloosheid van handelen dat je dan niet bij haar kan zijn als er wat zou zijn. Soms doet het gewoon pijn, zo veel pijn dat het bijna ondragelijk is, met het gevoel dat het te mooi is om waar te zijn.
Volwassenheid is wat mij betreft een illusie. Je hoeft maar dit te overkomen en je bent geen rationeel wezen meer, eerder een kip zonder kop die op de meest onmogelijke momenten word overmand door vlinders en andere emoties, gevoelens en gedachtes. Soms voel ik me als een gedebiliseerd volwassene die als zijn schepen achter zich verbrand, beseffend dat na hoge pieken ook hele diepe dalen zullen komen en de afgronden en diepe krochten van je ziel je tegemoet zullen treden. Geen weg meer terug en denderend op weg naar een onbekende bestemming, alwetend dat elke toekomstperspectief sowieso nooit uitkomt en de toekomst achteraf gezien toch altijd ander verloopt dat je in gedachte had geprojecteerd.
Na ruim twee weken dat we elkaar voor het eerst hebben ontmoet hebben we elkaar net respectievelijk drie en twee dagen niet gezien. En het lijkt wel of er volle weken eroverheen zijn gegaan dat we niet bij elkaar waren en in 4 weken tijd is het ons zo maar gelukt elkaar 16 dagen te zien, zo intens is het gemis en het bij elkaar willen zijn. En toevallig lijken ook alle omstandigheden ons samen zijn te faciliteren, net of de golf van het leven ons goedgezind is, tot de gewone weken zich zullen aandienen en de belemmering van het bestaan je gevoel zal gaan traineren. Hoe straks verder en waar zal die denderende sneltrein stoppen?
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.