Hoe je met grofvuil omgaat is elke keer anders maar in Den Haag word je belaagd voor je grofvui. De ene keer smokkel je het met het gewone vuil mee maar meestal voor het gemak rijd ik het zelf weg naar de gemeentelijk stortplaats, wat een avontuur opzich is, maar soms komt het beter uit om gewoon een afspraak te maken en het voor de deur aan te bieden en elke keer ben ik verbaast hoe weinig de volgend dag er nog staat voor de gemeente reiniging is langs geweest. Maar deze keer was ik echt verbaast hoeveel aasgieren er paraat waren om mijn aangeboden vuil te inspecteren en weg te halen, werkelijk! De meest “waardevolle” spullen waren binnen 30 seconde weg, echt! In geen 30 seconde.
Als het donker word komen de jakhalzen, hyena’s en aasgieren tevoorschijn, obscure figuren die vreemde en onverstaanbare talen spreken.
 Je moet weten dat in de buurt waar ik woon na tien uur als het donker word, dan komen de jakhalzen, hyena’s en aasgieren tevoorschijn, obscure figuren die vreemde en onverstaanbare talen spreken. Als je grofvuil buiten zet in Den Haag mag je het een dag daarvoor buiten zetten, als maar na tien uur ’s avond is of de dag dat het opgehaald moet worden voor acht uur, dus het werd na tien uur. Eerst de koelkast, voor ik het op de bestemde plek had neergezet werd ik belaagd voor twee donkere meneren die iets riepen in een onverstaanbare taal, wat in gebaren taal kon uitmaken of ze het mee mochten nemen, ”ja hoor, graag zelfs” en weg was het. De gaskookplaat was ook zo weg, een klein ook donkere vrouwtje die vroeg of het compleet was, “ja hoor” en ze nam ook gelijk de koperen buis met twee wasmachine kranen er aan mee. Ik had met haar te doen en wou haar bijna helpen met dragen al was het dat ik nog een berg spullen nog naar beneden moest brengen. Terwijl de vrouw met de koperen buis en het gasstel in haar handen aan het kijken of er nog wat bruikbaar was kwam een nog duisterder figuur met capuchon, wel Nederlands sprekend. Zag hem agressief loeren naar de vrouw die de meest ”waardevolle” spullen in haar handen had, de capuchon begon wild te vragen of ik nog meer waardevolle spullen had. ”heb je ook antiek? Echt niet!?” En ja hoor! Na een paar keer ”NEE” te hebben gezegd vroeg hij om een euro. Een van de vele zwerver die Den Haag rijk is, zag het gelijk eigenlijk maar probeer mijn vooroordelen niet altijd te laten prevaleren en open te blijven voor wat gewone intermenselijke interactie. Zo! Even verder naar beneden sjouwen, wat planken en rest afval, bus remt met piepende banden, ik kijk op, jongenman stap uit bus en roept ”metaal, metaal” ik zeg ”nee” hij gaat toch kijken en vind toch een klein plaatje metaal, neem het mee en gooit het achter in de bus en zegt ”bedankt”, of het sarcastisch bedoeld was weet ik niet, pfff, alles ligt beneden. De volgende dag was alles al weg, voor de vuilnismannen waren geweest. Tja! Waar bel je voor dacht ik bij mijn zelf en een opluchting voor de vuilnismannen die lekker kunnen doorrijden en zo eerder op hun basis terug kunnen om lekker koffie te drinken.
Maar wat het me het meeste verbaasde is waar al die mensen in eens vandaan kwamen en hoeveel spullen in een paar minuten gewoon weg was. Het kwam zo op me over dat die mensen de hele avond door de donkere Haagse straten loeren naar alles wat los en vast zit en vooral wat geld opbrengt, al is het maar een paar cent. Echt wonderlijk wat mensen allemaal voor geld doen.
Maak van een dier geen mens. W.B. Kranendonk redacteur bij het Reformatorisch Dagblad die op zondag niet is te lezen heeft last van sterallures en denk zelfs dat hij een beetje God is geworden. Dat is wat ik kan opmaken in zijn zondige denigreerde column over de mens vs. dieren: Beiden hebben een ziel, maar het dier heeft niet zoals de mens een individueel eeuwig voortlevende ziel. Alleen de mens, de beelddrager van God, moet aan het eind van zijn leven verschijnen voor Gods rechterstoel om rekenschap af te leggen van hetgeen gedaan is in het lichaam, hetzij goed, hetzij kwaad. Dat is nou de menselijke arrogantie ten top en gelijk de wortel van het kwaad en de bron van alle ellende op deze wereld. Omdat het in een oud sprookjesboek staat gescheven werp hij en de hele mensheid en dus ook de atheïsten boven alles wat op de wereld en universum bestaat. Alleen de mens beschikt over individualiteit en een geluk voor dieren die zich niet aan hun eind van het leven hoeven te verschijnen voor een akbar fundi Gods rechterstoel om rekenschap af te leggen.
Alleen de mens, de beelddrager van God, moet aan het eind van zijn leven verschijnen voor Gods rechterstoel om rekenschap af te leggen.
 Gods meest bijzondere zorg gaat over de mens, het kroonjuweel van Zijn schepping. Als de mensheid de kroonjuwelen zijn van Gods schepping, dan heb ik weinig achting voor de God van W.B. Kranendonk. Kijk maar om je heen wat mensen van deze planeet maken en wat voor massaslachting en dierlijke genocide aan het plegen zijn om onze buik en portemonnee te vullen. Dat zegt meer over de arrogantie van W.B. Kranendonk en hoe hij over de rest van de dingen denkt, W.B. Kranendonk voelt zich erg verheven boven alles wat in dit universum is en als kroonjuweel van God mag hij zeggen dat mensen het einge is dat individualiteit heeft. Maar daar vergist hij zich gigantisch! Menselijke individualiteit is een illusie en juist een blok aan het been om verder te evalueren. Ik kan wel stellen dat die bijbel, die kut kerk en die malloten Paus juist de grootste leugen zijn om mensen benepen te houden en niet te laten evalueren in wat we werkelijk zijn, deze wereld kaal te plunderen en ons gevangen houden in dogma’s en angst voor een God die straft als je niet elke zondag naar de kerk gaat en of je op zondag werkt. Het enige wat door de kerk word gedoogd is als je op zondag aan kleine kinderen zit. Een paar gebedjes en je bent van je zondes af, zo simpel is dat.
Het dier heeft niet zoals de mens een individueel eeuwig voortlevende ziel.
Hoe trouw of lief een dier ook is, het is geen mens. Tja! aan die logica valt niet te tornen wat niet wil zeggen dat we allemaal van die ene Big Bang zijn ontstaan en we allemaal en alles Gods kinderen zijn. Pas als je de arrogantie kwijt bent om je meer te voelen dan iets anders ben je misschien een klein beetje op de goede weg.
Het lijkt wel of de hele wereld een deadline is. Deadline is in gewoon nederlands: ”tijdslimiet” of gewoon letterlijk vertaald een ”dodelijn”, maar je kan je TV niet aanzetten of er zijn allemaal programma’s waar mensen tot het uiterste worden gedreven door deadlines. Het lijkt wel volkssport nummer een om je zelf voor alles en nog wat deadlines op te leggen tot je een burnout krijgt en de hele dag tegen iedereen kan zeggen: “druk druk druk” ik heb het zo druk. Zo druk dat het gewone leven zo van je afglijd, tijd vliegt voorbij, nog sneller naar je dood toe. Het lijkt wel een ware hype en als je geen deadline hebt doe je niet mee omdat je niet kan opscheppen dat je een deadline hebt. Het mooie van deadlines is het zien hoe mensen tegen de tijd vechten en de meest vreemde kapriolen en oplossingen verzinnen om naar de klok te moeten luisteren, terwijl tijd vaak de meeste problemen zelf oplost. De drukte zit vaak tussen je oren en het schijnt mode te zijn om die drukte ook te etaleren en uit te stralen, ik zeg altijd maar: “sterkte er mee” ik wil er niet mee besmet raken, het is namelijk heel besmettelijk als je niet oppast.
Het leven is een interactieve puzzel met vele variaties.
 Ik ben momenteel met een verbouwing bezig en krijg veel onbegrip als ik de vraag beantwoord: ” wanneer is je verbouwing klaar?” Ik weet niet wanneer het klaar is en kan me ook niet aan mijn reet roesten wanneer het klaar zal zijn, misschien wil ik dat het nooit klaar komt. Ik ben nu namelijk al vier maanden bezig, een kamer is al helemaal klaar en operationeel (internet en TV en zo), badkamer en WC ook, nu bezig met de keuken en als laatste de huiskamer. Het dakterras en de hal op het trappenhuis zijn voor latere zorg. Maar het grappige is dat mensen voor mij een deadline gaan stellen, zo van: “met de lente zit je er al vast in” misschien met de zomer of zelfs volgend jaar als deze beschaving nog bestaat. “Het maakt mij echt niet uit” is mijn antwoord, ” ja maar…. Je moet toch ongeveer weten wanneer je klaar bent?” Nee niet echt, ik laat het met de flow gaan en zie vanzelf wanneer het klaar is. Eens is het klaar, de laatste spijker in een plintje, de laatste verfkwast op de lat. Wanneer ben je eigenlijk klaar? Verbouwen in je eigen huis is in principe nooit klaar als je een principieele pietje precies bent, maar het ergste is dat ik dat verbouwen voor mijn zelf best wel leuk ben gaan vinden zo lang er geen druk achter ligt, het is net een interactieve puzzel met vele variaties en een van mij vele hobby’s geworden. Ik heb niets tegen doelen, die stel ik dagelijks en die haal ik meestal wel als alles mee zit, maar het niet mee zit, swa!
Ik haat deadlines, dus heb mijn leven ingericht zonder doodlopende lijnen. Rust in mijn hoofd en als er onverhoopt toch een deadline in mijn leven zou insluipen zorg ik er voor dat die lijn aan een stille dood heengaat. Dat woord alleen al!
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.